Activiteit 6 – Organiseren van de uitvoering

Bij deze activiteit zorg je dat alles ten behoeve van de uitvoering in gereedheid wordt gebracht. Het betreft allerlei aspecten die te maken hebben met de onderwijslogistiek, zoals het regelen van de ruimtes, de instrumenten en tools waarmee gewerkt gaat worden, of het inrichten van de digitale leeromgeving. Daarnaast betreft het ook het gereedmaken van de materialen die begeleiders kunnen inzetten tijdens het begeleidingsproces.

Het goed functioneren van de onderwijslogistieke processen zoals ruimtes en roostering is een essentiële randvoorwaarde voor het functioneren van de learning community. Daarbij is het van belang dat niet alleen de studenten en docenten, maar ook professionals van buiten drempelloos toegang hebben.

Als je wilt dat studenten zich ontwikkelen tot zelfbewuste professionals met zelfsturende vaardigheden binnen authentieke leeromgevingen, dan is het belangrijk dat …

je de benodigde fysieke ruimtes én roostering -zoals bepaald tijdens het ontwerp- organiseert die toegankelijk en werkend zijn voor álle lerenden; zowel werkveldprofessionals, studenten als docenten

  1. waarbij de ruimte mogelijkheden biedt om in een groep aan vraagstukken te werken
  2. waarbij in de ruimte materialen (papier, hout, ijzer, stoffen, vloeistoffen, etc) aanwezig zijn die ingezet kunnen worden voor het oplossen van het vraagstuk (bv. om een prototype te kunnen bouwen, of proefjes te kunnen doen)
  3. waarbij je de ruimtes voor een langere periode vastlegt
  4. waarbij je toegang tot de ruimte(s) mogelijk maakt voor álle deelnemers aan de learning community)
  5. waarbij de ruimte(s) uitnodigen om regelmatig elkaar fysiek te ontmoeten om gezamenlijk aan het vraagstuk te werken
  6. waarbij de roostering ook mogelijkheden biedt om externen aan te laten haken of om samen te komen op externe locaties
  • omdat bij veel vraagstukken niet op voorhand duidelijk is wat de oplossing moet zijn en of die gaat werken, waardoor er kleinschalig of in mock-up vorm geëxperimenteerd moet worden. [1-2]
  • omdat het vertrouwd is voor deelnemers om steeds in dezelfde ruimte te kunnen werken en het de mogelijkheid biedt om opstellingen-in-wording te laten staan. [3]
  • omdat (gelijkwaardig) samen leren en werken alleen mogelijk is wanneer iedereen toegang heeft tot dezelfde ruimtes en materialen. [4]
  • omdat fysieke ontmoeting een positieve impact heeft op leren [5] en dit door de ruimte uitlokt kan worden. [5]
  • omdat er vaak grote verschillen zijn voor wat betreft beschikbaarheid van professionals en onderwijsgevenden, zowel qua tijd als qua hoeveelheid tijd. Dit behoeft afstemming aan de voorkant. [6]

Tijdens de uitvoering van de learning community maken begeleiders en deelnemers vaak gebruik van ondersteunende materialen, bijvoorbeeld voor het doorlopen van een specifieke leeractiviteit, voor het vastleggen van de voortgang van het werk of van de leeruitkomsten, of voor het uitwisselen van informatie.

Als je wilt dat studenten zich ontwikkelen tot zelfbewuste professionals met zelfsturende vaardigheden binnen authentieke leeromgevingen, dan is het belangrijk dat …

je ondersteunende materialen, systemen en formats (bijv. portfolio’s, digitale leeromgeving) voor toetsing en begeleiding organiseert en gereed maakt voor de start van de uitvoering van het onderwijs

  1. waarbij de materialen de ontwikkeling van de lerenden op individueel en op teamniveau ondersteunen: denk aan ruimte voor ontwikkelingsgerichte toetsing, het werken aan individuele leervragen, reflectieactiviteiten, etc
  2. waarbij de verwachtingen (werkwijze) van de ondersteunende materialen of middelen helder zijn voor de lerenden
  3. waarbij begeleiders kennis hebben van de specifieke invulling/uitwerking van de ondersteunende materialen, en weten hoe ze ermee kunnen werken (dit kan onderdeel zijn van de professionaliseringsinhoud en aanpak)
  • zodat er eenduidigheid is rondom toetsing en begeleiders dit op eenzelfde manier aanpakken en de lerende (waaronder de studenten) weten wat zij kunnen verwachten. [1]
  • omdat dit houvast biedt voor begeleiders én lerenden. [2-3]

Authentiek Vraagstuk

Een authentiek vraagstuk brengt verschillende partijen en disciplines bij elkaar. Deze partijen werken samen aan een vraagstuk dat plaatsvindt op de grens van onderwijs en de beroepspraktijk. Dit kunnen vraagstukken zijn die monodisciplinair worden aangevlogen, maar een interdisciplinaire benadering is bij complexe vraagstukken regelmatig van meerwaarde. De vraagstukken betreffen belangrijke maatschappelijke vragen die realistisch, betekenisvol, uitdagend, open en bekend zijn voor zowel het werkveld als het onderwijs…

Wanneer vraagstukken realistisch zijn zullen deelnemers zich hierbij meer betrokken voelen. Voor studenten in het bijzonder kan het vraagstuk als realistisch gezien worden wanneer de toegevoegde waarde voor hun (professionele) toekomst benadrukt wordt. 
Vraagstukken zijn betekenisvol als het resultaat maatschappelijke impact heeft en de deelnemers daar een relevante bijdrage aan kunnen leveren. Open houdt in dat vraagstukken niet op voorhand een vaste uitkomst hebben. Vraagstukken hebben een mate van bekendheid wanneer de deelnemers eigen expertise kunnen gebruiken voor het komen tot een oplossing. Om te zorgen dat vraagstukken uitdagend zijn voor de deelnemers waardoor zij gemotiveerd zijn om aan het vraagstuk te werken, is het van belang dat deelnemers ervaren dat er resultaat geboekt kan worden. Daarbij is het belangrijk een keuze te maken voor de mate van complexiteit van het vraagstuk, rekening houdend met de verschillende partijen. Ook is het belangrijk stil te staan bij de mate van zelfstandigheid die van de partijen gevraagd wordt. In een authentiek vraagstuk bepalen lerenden gezamenlijk de doelen, de kaders en de aanpak. 

"Het meest waardevolle is dat studenten aan opdrachten uit de praktijk werken, dat ze proeven 'Dit is wat ik later zou kunnen', dat we daar heel open in zijn. (...) Daardoor gaan ze harder lopen, stoppen ze er meer tijd in en gaan ze beter leren"

Richtinggevende vragen voor visievorming: