Activiteit 4 – Ontwerpen van een authentieke leeromgeving

Naast het vormgeven van een doorgaande lijn is ook de specifieke uitwerking van een authentieke leeromgeving passend bij de vraagstukken uit de doorgaande leerlijn een belangrijke ontwerpstap. In deze stap worden de kenmerken van de leeromgeving geëxpliciteerd.



Vanuit de doorgaande leerlijn wordt een specifieke leeromgeving ontwikkeld. Tijdens het concretiseren van de leeromgeving wordt bepaald welke vraagstukken worden uitgewerkt in een authentieke leeromgeving. Hierbij worden de vraagstukken verder uitgediept vanuit de beschrijvingen vanuit de leerlijn..

Als je wilt dat studenten zich ontwikkelen tot zelfbewuste professionals met zelfsturende vaardigheden binnen authentieke leeromgevingen, dan is het belangrijk dat …

je samen met stakeholders (onderzoekers, onderwijs, lectoraten) vanuit de doorgaande leerlijn het specifieke vraagstuk selecteert waar (regionale en/of maatschappelijke) urgentie voor is

  1. waarbij je vertrekt vanuit (concrete) uitdagingen vanuit het werkveld/de regio  
  2. waarbij je (vervolgens) vanuit onderwijsinstellingsperspectief bepaalt welk vraagstuk voor lerenden relevant is en ruimte biedt voor de ontwikkeling van de lerenden
  3. waarbij je mogelijkheden verkent voor opleiding en werkveld om er -bij de onderwijsuitvoering- gezamenlijk aan te werken
  4. waarbij je afstemt wie vraagstukeigenaar is, waarbij je het woord ‘opdracht’ vermijdt
  5. waarbij je bij het uitwerken van een specifiek vraagstuk ook bepaalt hoe dit voortbouwt op eerdere vraagstukken in de leerlijn of lerenden voorbereidt op komende vraagstukken
  • omdat werkveldprofessionals vraagstukken tegenkomen zoals deze zich in het werk voordoen en daarvan de urgentie goed kunnen duiden. [1]
  • omdat voor een optimale leerervaring vraagstukken zo authentiek mogelijk dienen te zijn, maar tegelijkertijd niet te ver moeten afstaan van de zone van de naaste ontwikkeling van lerenden (Vygotsky, 1986). [2]
  • omdat op deze wijze alle beschikbare expertise gebundeld kan worden, en de kans wordt vergroot dat er een evenwichtige uitwerking tot stand komt waarbij praktisch en theoretisch perspectief op elkaar zijn afgestemd. [2]
  • omdat gelijkwaardig samenwerken en -leren dan voor hen ook echt lonend kan worden. [3-4]
  • omdat ‘vraagstukken’ transformationeel zijn; bijdragen aan een groter geheel’ en uitnodigen tot een gelijkwaardige bijdrage van betrokken; daar waar ‘opdrachten’ kleiner, transactioneel zijn en de neiging kunnen oproepen van ‘u vraagt, wij draaien’, wat gelijkwaardigheid mogelijk ondermijnt. [3-4] 
  •  

Het is belangrijk om bij het ontwerpen van de authentieke leeromgeving ruimte te creëren voor een diversiteit aan lerenden. Niet alleen maakt dit mogelijk dat meer lerenden een mogelijkheid zien en krijgen om hun eigen doelstellingen te formuleren en na te steven. Ook maakt dit het mogelijk dat er lerenden met verschillende achtergronden kunnen samenwerken, wat de individuele leerervaring kan vergroten en ook kan leiden tot meer creatieve oplossingen voor het vraagstuk.

Als je wilt dat studenten zich ontwikkelen tot zelfbewuste professionals met zelfsturende vaardigheden binnen authentieke leeromgevingen, dan is het belangrijk dat …

je vraagstukken zodanig formuleert dat er recht gedaan wordt aan de diversiteit en belangen van verschillende lerenden

  1. waarbij je zorgt voor een match tussen vraagstukcomplexiteit en kenmerken van de lerenden
  2. waarbij je binnen het vraagstuk en het bijbehorende proces ruimte creëert voor individuele leervragen -zowel ten aanzien van de ontwikkeling als persoon, als de ontwikkeling als professional- en diversiteit in aanpak
  3. waarbij je in de formulering voldoende ruimte laat voor de lerenden om gezamenlijk af te bakenen (van ill-defined naar narrow-defined) en om organisch aan te passen tijdens de uitvoering
  • omdat lerenden het best leren wanneer je aansluit bij hun zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky, 1986). [1] Er dient een connectie te zijn tussen de inhoud van het vraagstuk en de beschikbare voorkennis van de lerenden.
  • omdat het werken aan de eigen, individuele leervragen bijdraagt aan persoonlijke en professionele ontwikkeling van lerenden (Velthuis & van Otten, 2020). [2]
  • omdat dit het gevoel van eigenaarschap vergroot. [2-3]

  • omdat het waardevol moet zijn vanwege tijdsinvestering (motivatie voor deelname). [2]

  • omdat de intrinsieke motivatie dan op gang kan komen. [3]

  • omdat het gezamenlijk formuleren van een common ground en gemeenschappelijke doelen voorwaardelijk is voor interdisciplinair leren (o.a.  van Harmelen et al, 2021). [4]

Voor elk vraagstuk is specifieke expertise nodig om het vraagstuk op te lossen. Dit heeft zowel betrekking op afzonderlijke disciplines alsook op specifieke expertises binnen een discipline. Daarom is het waardevol om tijdens het ontwerpproces expliciet na te denken over de voorwaarden waaraan de groepssamenstelling moet voldoen.

Als je wilt dat studenten zich ontwikkelen tot zelfbewuste professionals met zelfsturende vaardigheden binnen authentieke leeromgevingen, dan is het belangrijk dat …

je voorwaarden formuleert waaraan de samenstelling van de groep moet voldoen: a) welke expertise nodig is voor het vraagstuk; b) van welke partners (docenten, studenten, lectoraten, werkveldpartners, etc) en c) -in het geval van interdisciplinaire groepssamenstellingen- welke verdeling vanuit de disciplines je verwacht

  1. waarbij je een duiding geeft van de centrale thematiek van het vraagstuk, op basis waarvan lerenden gericht kunnen kiezen voor een specifiek vraagstuk en de groep het vraagstuk gezamenlijk verder kan specificeren  
  • omdat je tijdens de uitvoering iedere student op zijn aandeel binnen de groep kunt aanspreken, wat meeliftgedrag verkleint, en tegelijkertijd betrokkenheid en daarmee leerwinst vergroot (Verdegaal et al., 2023). [1]

De uitvoering van de authentieke leeromgeving valt of staat met de leeractiviteiten en de mate waarin deze uitvoerbaar zijn binnen het onderwijs. Tijdens het (door)ontwikkelen is het daarom van belang dat er duidelijke kaders en randvoorwaarden worden vastgesteld. Deze uitgangspunten zijn de minimale vereisten die nodig zijn om het onderwijs goed uitvoerbaar te maken.

Als je wilt dat studenten zich ontwikkelen tot zelfbewuste professionals met zelfsturende vaardigheden binnen authentieke leeromgevingen, dan is het belangrijk dat …

je de organisatorische kaders en randvoorwaarden bepaalt die nodig zijn voor een succesvolle uitvoering, zodat bij het plannen van het onderwijs deze uitgangspunten kunnen worden meegenomen, en eventueel benodigde middelen en systemen tijdig aangeschaft of gereedgemaakt kunnen worden

  1. waarbij je de minimale vereisten waarbinnen er aan het vraagstuk gewerkt kan worden duidelijk vastlegt, zoals hoe vaak de groep bij elkaar gaat komen, op welke locatie er wordt gewerkt, welke materialen nodig zijn, etc
  • omdat hiermee voorkomen wordt dat voorwaardelijkheden niet op orde zijn. [1]
  • omdat hiermee eventuele aanbestedingsprocedures opgestart kunnen worden. [1]
  • omdat deze kaders en randvoorwaarden bijdragen aan het bepalen van de uitvoerbaarheid, organiseerbaarheid en betaalbaarheid van het onderwijs. [1]

Authentiek Vraagstuk

Een authentiek vraagstuk brengt verschillende partijen en disciplines bij elkaar. Deze partijen werken samen aan een vraagstuk dat plaatsvindt op de grens van onderwijs en de beroepspraktijk. Dit kunnen vraagstukken zijn die monodisciplinair worden aangevlogen, maar een interdisciplinaire benadering is bij complexe vraagstukken regelmatig van meerwaarde. De vraagstukken betreffen belangrijke maatschappelijke vragen die realistisch, betekenisvol, uitdagend, open en bekend zijn voor zowel het werkveld als het onderwijs…

Wanneer vraagstukken realistisch zijn zullen deelnemers zich hierbij meer betrokken voelen. Voor studenten in het bijzonder kan het vraagstuk als realistisch gezien worden wanneer de toegevoegde waarde voor hun (professionele) toekomst benadrukt wordt. 
Vraagstukken zijn betekenisvol als het resultaat maatschappelijke impact heeft en de deelnemers daar een relevante bijdrage aan kunnen leveren. Open houdt in dat vraagstukken niet op voorhand een vaste uitkomst hebben. Vraagstukken hebben een mate van bekendheid wanneer de deelnemers eigen expertise kunnen gebruiken voor het komen tot een oplossing. Om te zorgen dat vraagstukken uitdagend zijn voor de deelnemers waardoor zij gemotiveerd zijn om aan het vraagstuk te werken, is het van belang dat deelnemers ervaren dat er resultaat geboekt kan worden. Daarbij is het belangrijk een keuze te maken voor de mate van complexiteit van het vraagstuk, rekening houdend met de verschillende partijen. Ook is het belangrijk stil te staan bij de mate van zelfstandigheid die van de partijen gevraagd wordt. In een authentiek vraagstuk bepalen lerenden gezamenlijk de doelen, de kaders en de aanpak. 

"Het meest waardevolle is dat studenten aan opdrachten uit de praktijk werken, dat ze proeven 'Dit is wat ik later zou kunnen', dat we daar heel open in zijn. (...) Daardoor gaan ze harder lopen, stoppen ze er meer tijd in en gaan ze beter leren"

Richtinggevende vragen voor visievorming: